De Wonderen van Muhammed (saw)

Zo bestaan er dan vele verhalen van gelijkwaardige soort. We hebben hier enkele overleveringen die bekend zijn geworden als sleutelvoorbeelden genoemd. Om die reden zeggen we tegen degenen die Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām niet erkennen en die hem niet willen gehoorzamen het volgende: “O jullie mensen! Laat jullie vermanen. Neem deze voorbeelden ter harte! Wolven en leeuwen hebben Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām herkend en hebben hem gehoorzaamd. Jullie dienen niet nog lager te zijn dan dieren!”

 

Het tweede onderdeel

 

De doden, de djinns en de engelen hebben Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām herkend. En ook daaromtrent bestaan vele gebeurtenissen. Als voorbeelden zullen we enkele gebeurtenissen, die bijzonder bekend zijn geworden en door betrouwbare imams zijn overgeleverd, behandelen. We zullen daarbij in eerste instantie een paar voorbeelden aangaande de doden behandelen. De voorbeelden aangaande de djinns en de engelen zijn mutewātir. Daaromtrent is er niet één, maar duizend voorbeelden. 

 

De eerste gebeurtenis: Hasan-i Basrī, die ten tijde van de tābiīn de belangrijkste imam onder de geleerden en een toegewijde en betrouwbare student van Imam Ali (ra) was, bericht dat een man Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām benaderde en huilde van verdriet. Hij klaagde tegen hem: “Ik had een kleine dochter. Ze is daarginds in een beek overleden, daar heb ik haar begraven.” Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām betuigde zijn medeleven met de man en sprak tot hem: “Kom, laten wij erheen gaan.” Toen kwamen ze bij de beek. Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām riep het gestorven meisje, bij haar naam. Dadelijk antwoordde het overleden meisje hem:

 لَبَّيْكَ وَ سَعْدَيْكَ

Toen vroeg Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām aan haar: “Heb je de wens om naar je vader en moeder terug te keren?” Het meisje antwoordde met: “Nee, ik heb hier iets veel beters dan dat gevonden.”

 

De tweede gebeurtenis: enkele belangrijke imams, zoals Imam Beyhāqī en Imam ibn Adiyy, vermelden dat Enes ibn Malik heeft verteld dat de zoon van een oudere vrouw plotseling overleed. Die vrome vrouw was daarover zeer bedroefd en zei: “O, Heer! Omwille van Jouw tevredenheid en omwille van de eed die ik aan Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām heb afgelegd, ben ik hiernaartoe geëmigreerd. Omwille van Jouw profeet (saw) smeek ik Jou mij mijn zoon terug te geven, omdat hij als enige in mijn ouderdom mij verzorgde en mijn leven veraangenaamde.” Enes (ra) zei: “Opeens stond die gestorvene voor ons op en at wat met ons.”