De Wonderen van Muhammed (saw)

Inderdaad, deze Negentiende Brief, vanaf het begin tot en met hier, toont aan dat alles in het universum Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām kent en dat alles met hem in verbinding staat. Er is bij ieder soort schepsel een wonder van hem gemanifesteerd. Dat houdt dus in dat hij (saw) een ambtenaar en een boodschapper van Allah, de Schepper van het universum, de Heer der Schepselen is. Bijvoorbeeld, een hoge inspecteur van een pādishah wordt door ieder departement herkend en gewaardeerd. En waar hij ook binnentreedt is hij gerechtigd aanwijzingen te geven, omdat hij de hoogste ambtenaar in dienst van de pādishah is. Indien hij daarentegen alleen een inspecteur van justitie zou zijn, zou hij zijn aanwijzingen alleen binnen justitiële afdelingen kunnen mededelen. In andere afdelingen zou hij dan nauwelijks herkend worden. Ook zou een ambtenaar binnen militaire afdelingen in burgerlijke afdelingen niet bekend zijn. Op dezelfde wijze wordt nu ook duidelijk dat hij (saw) door alle schepselen van Allah, vanaf engelen tot en met vliegen en spinnen, herkend wordt. Dus, hij (saw) is het zegel der profeten en de boodschapper van de Heer der werelden en hij bevindt zich met betrekking tot de alomvattendheid van zijn profeetschaap boven alle andere profeten.

 

 

De zestiende verwijzing

 

Buitengewone verschijnselen die voor het begin van zijn profeetschap hebben plaatsgevonden, genaamd irhāsāt, gelden evenzeer als bewijzen voor zijn profeetschap. Deze worden onderverdeeld in drie categorieën. 

 

De eerste categorie

 

Zoals het in de Koran uitdrukkelijk wordt bevestigd, bevinden zich in de Thora, in het Evangelie, in de Psalmen en in andere hemelse geschriften verwijzingen naar de profeetschap van Ahmed (saw). Aangezien het hier de heilige geschriften betreft die vanuit de hemel naar beneden zijn gezonden en die door boodschappers van Allah aan de mensheid zijn verkondigd, moeten zij zeer zeker, noodzakelijkerwijs ook hem vooraf aangekondigd hebben die hun religie vanaf de basis zou hervormen, het universum anders zou doen schijnen en met zijn licht de halve wereld, de halve mensheid zou verlichten. Inderdaad, zou het dan mogelijk zijn dat deze hemelse geschriften, die zelfs kleine gebeurtenissen vooraf berichten, de verschijning van Muhammed (saw), de grootste gebeurtenis in de geschiedenis van de mensheid, niet vooraf bericht hebben?