De Wonderen van Muhammed (saw)
Oftewel “Ik zal vertrekken, zodat de Parakleet zal verschijnen.” Dus opdat Ahmed (saw) komt, die na Isa (as) zal verschijnen.
Een ander vers uit het Evangelie luidt als volgt:
اِنِّى اَطْلُبُ مِنْ رَبِّى فَارَقْلِيطًا يَكُونَ مَعَكُمْ اِلَى اْلاَبَدِ
Oftewel “Ik wens dat mijn Heer een Parakleet zal zenden die voor altijd bij jullie zal blijven.” Parakleet is in deze boeken de naam van de profeet (saw) en betekent
اَلْفَارِقُ بَيْنَ الْحَقِّ وَالْبَاطِلِ
dus “Iemand die de waarheid van valsheid en recht van onrecht onderscheidt.”
In de Thora luidt een vers als volgt:
اِنَّ اللّٰهَ قَالَ ِلاِبْرَاهِيمَ اِنَّ هَاجَرَ تَلِدُ وَيَكُونُ مِنْ وَلَدِهَا مَنْ يَدُهُ فَوْقَ الْجَمِيعِ وَيَدُ الْجَمِيعِ مَبْسُوطَةٌ اِلَيْهِ بِالْخُشُوعِ
Oftewel “Hadjer, de moeder van Ismāīl, zal een kind ter wereld brengen. Te midden van de nakomelingen van haar zoon zal er iemand verschijnen wiens hand boven iedereen zal uitstijgen en de handen van iedereen zullen zich in eerbied en vergiffenis voor hem openen.”
Een ander vers uit de Thora luidt als volgt:
وَقاَلَ ياَ مُوسٰى اِنِّى مُقِيمٌ لَهُمْ نَبِيًّا مِنْ بَنِى اِخْوَتِهِمْ مِثْلَكَ وَاُجْرِى قَوْلِى فِى فَمِهِ وَالرَّجُلُ الَّذِى لاَ يَقْبَلُ قَوْلَ النَّبِىِّ الَّذِى يَتَكَلَّمُ بِاِسْمِى فَاَنَا اَنْتَقِمُ مِنْهُ
Oftewel “Ik zal aan hen een profeet als jij (Musa), uit de nakomelingen van Ismāīl, de broeders van de nakomelingen van Yāqūb, zenden en Ik zal Mijn woord in zijn mond leggen, hij zal via Mijn openbaring spreken. Degene die hem als profeet niet accepteert, zal Ik bestraffen.”
Een derde vers uit de Thora luidt als volgt:
قاَلَ مُوسٰى رَبِّ اِنِّى اَجِدُ فِى التَّوْرَيةِ اُمَّةً هُمْ خَيْرُ اُمَّةٍ اُخْرِجَتْ لِلنَّاسِ يَاْمُرُونَ بِالْمَعْرُوفِ وَيَنْهَوْنَ عَنِ الْمُنْكَرِ وَيُؤْمِنُونَ بِاللّٰهِ فَاجْعَلْهُمْ اُمَّتِى قاَلَ تِلْكَ اُمَّةُ مُحَمَّدٍ
Musa zei: “O mijn Heer, in de Thora heb ik de kenmerken van de beste volgelingen aangetroffen. Zij zullen het goede bevelen en anderen weerhouden van het kwade. Laat hen tot mijn volgelingen behoren.” Allah zei: “Zij zijn de volgelingen van Muhammed.”