De Wonderen van Muhammed (saw)

Het tiende voorbeeld: nadat Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām ter wereld was gekomen, in het bijzonder tijdens de nacht van zijn geboorte, nam het aantal vallende sterren toe. Zoals we in Het Vijftiende Woord met onweerlegbare bewijzen dergelijke gebeurtenissen hebben verduidelijkt, vormden deze vallende sterren een teken voor de beëindiging van de mededelingen welke de duivels en de djinns vanuit de ghayb ontvingen. En aangezien Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām met een openbaring was vereerd, was het noodzakelijk om de incomplete en halfware berichtgeving van waarzeggers en djinns te verhinderen, opdat ze niet met goddelijke openbaringen verward zouden worden en twijfels zouden opwekken.

 

Inderdaad, voor zijn beroeping tot profeet was waarzeggerij wijd en zijd verbreid. Nadat de Koran was neergezonden werd aan waarzeggerij een eind gemaakt, een halt toegeroepen. Hierop hebben zelfs vele waarzeggers de īmān aangenomen. Zij konden namelijk de djinns, van wie zij de berichten vanuit ghayb kregen, nergens meer bekennen. Dat wil zeggen dat de Koran daar een einde aan had gemaakt. Niettemin ontwikkelt zich ook vandaag de dag weer, evenals de waarzeggerij van de oude tijden, in Europa een nieuw soort waarzeggerij in de vorm van paranormale activiteiten van spiritisten. Echter, hier zullen wij niet verder op ingaan.

 

Kortom: zeer veel gebeurtenissen hebben zich voorgedaan en zeer veel persoonlijkheden zijn naar voren getreden die de profeetschap van Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām nog voor zijn beroeping tot profeet hebben bevestigd en ook voor anderen aanleiding hebben gevormd dat te bevestigen. Inderdaad, alles wat bestaat zou de komst van hem, degene die de spirituele leider van de wereld[1] zou worden, die de aarde spiritueel zou omvormen en haar tot een akker voor het hiernamaals zou transformeren, die de waarde van de schepselen duidelijk zou maken, die aan djinns en mensen de weg naar eeuwige gelukzaligheid zou tonen, die de sterfelijke mensen en djinns ervoor zou behoeden voor eeuwig vernietigd te worden, die de wijsheid achter de schepping van de wereld zou ontdekken, die raadselen van de schepping zou 




[1] Inderdaad, de sultan omwille van wie het bestaan is geschapen, is een leider wiens sultanaat al dertienhonderdvijftig jaar bestaat. Na de eerste eeuw had hij in elke eeuw tenminste 350 miljoen volgelingen. De halve wereld, de halve mensheid heeft zich onder zijn vaandel geschaard; en met absolute overgave wensen zijn volgelingen hem iedere dag zegeningen en vrede toe, waarmee zij telkens hun eed verversen en zijn (saw) bevelen gehoorzamen.