De Wonderen van Muhammed (saw)

En bovendien, volgens een betrouwbare overlevering, verkondigde de profeet (saw) het volgende:

وَتُفْتَحُ خَيْبَرُ عَلٰى يَدَىْ عَلِىٍّ

“De verovering van het fort Khayber zal met de hand van Ali plaatsvinden.” Als een wonder van zijn profeetschap en tegen alle verwachtingen in, rukte Ali (ra) de volgende dag de poort van het fort Khayber los en gebruikte deze als schild. Nadat de zege was behaald, wierp hij de poort op de grond neer, waarna acht sterke mannen deze poort niet konden optillen en verplaatsen. Volgens een andere overlevering waren het veertig mannen.

 

Bovendien verkondigde hij (saw):

لَا تَقُومُ السَّاعَةُ حَتّٰى تَقْتَتِلَ فِئَتَانِ دَعْوَاهُمَا وَاحِدَةٌ

Daarmee verkondigde hij de slag van Siffīn tussen Ali en Mu’āwiye.

 

En bovendien verkondigde hij (saw):

اِنَّ عَمَّارًا تَقْتُلُهُ الْفِئَةُ الْبَاغِيَةُ

“Ammar zal door een opstandige menigte worden omgebracht.” En toen Ammar in de slag van Siffīn sneuvelde, toonde Ali (ra) dit als een bewijs dat de aanhangers van Mu’āwiye opstandelingen zijn. Mu’āwiye daarentegen interpreteerde dit op een andere manier, en Amr ibn Ās zei: “Alleen zijn moordenaars zijn de opstandelingen, niet wij allemaal.”

 

Bovendien verkondigde hij (saw):

اِنَّ الْفِتَنَ لاَ تَظْهَرُ ماَداَمَ عُمَرُ حَيًّا

“Zolang Omar leeft, zal er tussen jullie geen oproer plaatsvinden.” En zoals hij het had verkondigd, is het ook gebeurd.

 

En toen Suheyl ibn Amr een keer, nog voordat hij tot het geloof was bekeerd, in krijgsgevangenschap was gekomen, zei Omar (ra) aan Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām: “Sta mij toe om zijn tanden uit zijn mond te slaan. Want, hij hitst met zijn welbespraaktheid de ongelovigen onder de Quraishieten op om tegen ons te strijden.” Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām antwoordde hem met: 

وَعَسٰى اَنْ يَقُومَ مَقَامًا يَسُرُّكَ يَا عُمَرُ