De Wonderen van Muhammed (saw)

Het negende voorbeeld

Volgens de overlevering van betrouwbare en erkende onderzoekers, zoals de auteur van Shifā-i Sherīf, de bekende ibn Ebī Sheybe en Taberānī en andere autoriteiten, vermeldt Ebu Hurayra het volgende:

Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām heeft mij opgedragen: “Nodig de meer dan honderd arme Muhādjirīn uit die in het Suffe-gedeelte van de moskee hun verblijfplaatsen hebben gevonden.” Ik heb hen allemaal opgezocht en bijeengebracht. Toen werd voor ons allen een schaal met een maaltijd geplaatst. We aten zoveel als we wensten en nadien zijn we opgestaan en vertrokken. De inhoud van de schaal was na het eten onveranderd gebleven. In het eten zag men alleen nog wel de sporen van onze vingers terug.

Inderdaad, Ebu Hurayra (ra) heeft zich baserend op bevestiging en in naam van de gehele volmaakte gemeenschap van Suffe deze gebeurtenis aan ons bericht. Dat houdt dus in dat deze gebeurtenis zo zeker vaststaat alsof deze door de gehele gemeenschap van Suffe is overgeleverd. Zou het überhaupt mogelijk zijn geweest dat deze rechtlijnige en oprechte mensen gezwegen zouden hebben en de mededeling van Ebu Hurayra (ra) niet tegengesproken zouden hebben, indien deze gebeurtenis niet in alle oprechtheid en alle waarachtigheid had plaatsgevonden?

Het tiende voorbeeld

Volgens een betrouwbare overlevering heeft Imam Ali (ra) het volgende gezegd:

Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām riep de nakomelingen van Abdulmuttalib bijeen. Er verschenen in totaal veertig personen. Hoewel sommigen van hen in staat waren tijdens een maaltijd een heel kameelkalf op te eten en vier kiyya melk (ongeveer vijf liter melk) op te drinken, had de profeet voor hen niet meer dan een handvol eten voorbereid. Allen aten totdat ze volkomen verzadigd waren, waarbij de inhoud van de maaltijd achteraf onveranderd was gebleven. Vervolgens bracht hij melk in een houten kom, in een hoeveelheid die alleen toereikend was voor niet meer dan drie of vier personen. Allen dronken uit de kom tot ze geheel waren verzadigd, terwijl de inhoud van de kom onveranderd bleef, alsof niemand eruit had gedronken.

43 van 168