De Wonderen van Muhammed (saw)

Voorwaar, aanschouw dit zegenrijke wonder dat net zo vaststaat als de moed en de trouwheid van Ali (ra).

Het elfde voorbeeld

Volgens een sahīh overlevering heeft Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām Bilāl-i Habeshī, ter gelegenheid van het huwelijksmaal van Ali met Fatima-i Zehrā, het volgende opgedragen: “Laat van een vier à vijfmaal handvol meel brood bakken en laat een kameelkalf slachten!” Bilāl (ra) merkte op: “Toen ik het eten had gebracht, beroerde hij dat lichtjes met zijn gezegende hand.” Vervolgens kwamen de ashāb groepsgewijs voorbij, aten van het voedsel en vertrokken weer. Over datgene wat van het eten was overgebleven sprak hij vervolgens nogmaals een zegenbede uit. Vervolgens liet hij (saw) aan elk van zijn vrouwen een schotel vol met voedsel brengen en zei: “Iedereen dient zelf daarvan te eten en dient eveneens iets daarvan aan degenen te geven die hen zullen bezoeken.”

Inderdaad, bij een dergelijk gezegend huwelijk is uiteraard een dergelijk wonder noodzakelijk. En deze gebeurtenis staat vast!

Het twaalfde voorbeeld

Imam Djāfer-i Sādiq (ra) levert het volgende van zijn vader, Imam Muhammed Bāqir (ra), over die weer van zijn vader, Imam Zeyn el-Ābidīn (ra), en die weer van Imam Ali (ra) overlevert:

Fatimatuz-Zehrā had voor haarzelf en voor Ali een maaltijd bereid die alleen toereikend was voor hun tweeën. Toen stuurde zij Ali naar Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām, opdat hij hem zou uitnodigen om gezamenlijk te eten. De profeet was zeer vereerd met de uitnodiging en verordende vervolgens dat aan elk van zijn vrouwen een schotel gevuld met het eten van Fatima zou worden gezonden. En pas nadien verdeelde hij voor zichzelf, voor Ali, voor Fatima en voor de kinderen een schotel. Fatima (ra) zei daarover: “Toen we de deksel van de pan omhoog lichtten, was deze nog tot aan de rand toe gevuld. Dankzij de barmhartigheid van Allah hebben we nog lange tijd van dat eten kunnen genieten.”

44 van 168