De Wonderen van Muhammed (saw)

Zelfs Imam Ibn Ishāq, een van de overleveraars, zegt het volgende:

Het water van de bron veroorzaakte onder de aardoppervlakte een gebulder als van een donderslag. Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām zei tegen Mu’āz (ra):

يُوشِكُ ياَ مُعاَذُ اِنْ طَالَتْ بِكَ حَيَاةٌ اَنْ تَرٰى ماَهٰهُنٰا قَدْ مُلِئَ جِنَانًا

“Dit gezegende water dat als een wonder omhoog is gekomen, zal verder stromen en dit gebied in een tuin veranderen. Voorzover jouw leven lang genoeg zal voortduren, zal je daar nog getuige van zijn.” En zo geschiedde het ook.

Het vijfde voorbeeld

Volgens Bukhārī vertelt Barā (ra), volgens Muslim vertelt Seleme ibn-ul Aqwā (ra) en volgens de rest van Kutūb-u Sahīha vertellen andere overleveraars unaniem het volgende:

Tijdens de krijgstocht naar Hudeybiye kwamen we een waterput tegen. Wij waren met vierhonderd man. Het water in de put was nauwelijks toereikend voor vijftig man. We schepten het water uit de put en lieten daarin niets meer achter. Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām arriveerde bij de put en ging aan de rand ervan zitten. Hij vroeg om een emmer water en wij brachten hem deze. Hij liet zijn speeksel uit zijn gezegende mond in de emmer terechtkomen en verrichtte een smeekbede. Vervolgens leegde hij de emmer in de waterput. Direct nadien bruiste het water in de waterput op, kwam naar boven en vulde de waterput tot de rand toe. Het gehele leger dronk van dat water, evenals alle dieren, tot zij verzadigd waren en vervolgens vulde iedereen ook nog zijn waterzak daarmee.

Het zesde voorbeeld

De Kutūb-u Sahīha, in het bijzonder Muslim en Ibn Djerīr-i Taberī van de vooraanstaande imams op het gebied van ehadith, vermelden volgens sahīh overlevering dat de bekende Ebu Qatāde het volgende heeft verteld:

54 van 168