De Wonderen van Muhammed (saw)

Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām voelde zich verdrietig vanwege de verloochening van de ongelovigen. Toen zei hij:

ياَرَبِّ اَرِنِى اٰيَةً لاَ اُباَلِى مَنْ كَذَّبَنىِ بَعْدَهَا

 

Volgens de overlevering van Enes (ra) bevond Djibrīl (as) zich ter plaatse. Er stond een boom tegen de helling van de vallei. Op aanwijzing van Djibrīl (as) riep Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām de boom tot zich. De boom kwam tot de profeet en toen zei hij: “Keer terug.” Hierop keerde de boom terug en wortelde zij zich opnieuw in de helling van de vallei.

 

Het tweede voorbeeld

 

De Maghrebijnse geleerde Qādī Iyād vermeld in zijn boek ‘Shifā-i Sherīf’ via een verheven, waarachtige en bewijskrachtige overdrachtsketen dat Abdullah ibn Omar (ra) het volgende heeft verteld: 

 

Op een keer naderde een bedoeïen Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām. Hij vroeg aan hem:

اَيْنَ تُرٖيدُ؟

“Waar ga je heen?” De bedoeïen antwoordde hem: “Naar mijn familie.” Hij (saw) zei tegen hem:

هَلْ لَكَ اِلٰى خَيْرٍ مِنْ ذٰلِكَ؟

“Zou je niet iets beters dan dat wensen?” De bedoeïen vroeg hem: “Wat is dat?” De profeet zei:

اَنْ تَشْهَدَ اَنْ لَا اِلٰهَ اِلَّا اللّٰهُ وَحْدَهُ لَا شَرٖيكَ لَهُ وَاَنَّ مُحَمَّدًا عَبْدُهُ وَرَسُولُهُ

“Getuig dat er geen god is buiten Allah, dat Hij de enige is en geen deelgenoten kent, en dat Muhammed (saw) Zijn dienaar en Zijn boodschapper is.” De bedoeïen reageerde met: “Wat is dan het bewijs voor deze getuigenis?” En hij (saw) zei tegen hem:

هٰذِهِ الشَّجَرَةُ السَّمُرَةُ

“De boom bij die helling in de vallei zal getuigenis afleggen.” Ibn Omar vertelde hierover dat die boom zich losschudde, de aarde omwoelde en Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām naderde. Driemaal verordende Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām de boom om getuigenissen af te leggen, waarop de boom driemaal getuigenis aflegde van zijn profeetschap. Vervolgens gaf hij de boom nog een bevel, waarop zij terugkeerde naar haar plaats en zich daar opnieuw stevig in de aarde wortelde.