De Wonderen van Muhammed (saw)

Bovendien heeft Tufeyl ibn Amr een keer Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt WesselāmVrede zij met jullieDe Eerbiedwaardige Boodschapper (saw). om een wonder verzocht dat hij mee kon nemen om aan zijn stam te tonen. Hierop verrichtte Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt WesselāmVrede zij met jullieDe Eerbiedwaardige Boodschapper (saw). de volgende smeekbede:

اَللّٰهُمَّ نَوِّرْ لَهُ O Allah, verlicht hem  

Vervolgens verscheen er een licht tussen zijn ogen. Later werd dit licht overgebracht naar de punt van zijn staf en werd deze staf beroemd als ‘Zinnūr’ (de drager van het licht). 

En op een keer beklaagde Ebu Hurayra (ra) zich bij Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt WesselāmVrede zij met jullieDe Eerbiedwaardige Boodschapper (saw). dat hij last had van vergeetachtigheid. Toen droeg de profeet (saw) hem op om een doek voor hemzelf uit te spreiden. Vervolgens leek het alsof hij met zijn gezegende hand iets vanuit ghaybHet verborgene; hetgeen onbekend is en niet kan worden waargenomen. tevoorschijn haalde en op het doekje deponeerde. Twee à drie keer herhaalde hij dit en zei tegen Ebu Hurayra (ra) dat hij het doekje moest oprapen. Dankzij de zegenrijke smeekbede van de profeet (saw) zei hij: “Nadien ben ik nooit meer iets vergeten.”

Voorwaar, al deze bovengenoemde overleveringen behoren tot de mashhūr ehadithDe islamitische overleveringen betreffende de handelingen en de uitspraken van profeet Muhammed (saw)., waaraan geen twijfel mogelijk is. 

Het vierde voorbeeld

Wij zullen hier enkele gebeurtenissen behandelen met betrekking tot de vervloekingen van Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt WesselāmVrede zij met jullieDe Eerbiedwaardige Boodschapper (saw).. 

De eerste gebeurtenis: de Perzische keizer Perwiz had de brief van Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt WesselāmVrede zij met jullieDe Eerbiedwaardige Boodschapper (saw). verscheurd. Toen dit aan de profeet werd bericht, vervloekte hij die keizer met

اَللّٰهُمَّ مَزِّقْهُ

“O Allah, vernietig hem en zijn rijk zoals hij mijn brief heeft verscheurd.” Inderdaad, ten gevolge van deze vervloeking is Khusro Perwiz door zijn zoon Siroë met een dolk doodgestoken. En zijn rijk is door Sa’d ibn Ebī Waqqās (ra) totaal verwoest. Van de Sassanidische dynastie bleef nergens meer een spoor achter. De keizer van Byzantium en andere koningen behielden daarentegen hun kroon en hun rijk, omdat zij de boodschap van de profeet wel met eer en met respect hadden behandeld.