De Wonderen van Muhammed (saw)
De tweede gebeurtenis: Selmān-i Farisī was een slaaf van een joodse huize. Toen hij zich wilde vrijkopen, wilden zijn heren van hem een hoge losprijs verkrijgen. “Je moet driehonderd dadelpalmstekjes planten. Indien zij eenmaal vruchten dragen en je dan nog veertig okka (circa 50 kg) goud erbij geeft, dan zal je vrij zijn.” Toen bezocht Selmān (ra) Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt WesselāmVrede zij met jullieDe Eerbiedwaardige Boodschapper (saw). om zijn situatie uit te leggen. Vervolgens plantte Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt WesselāmVrede zij met jullieDe Eerbiedwaardige Boodschapper (saw). eigenhandig in de omgeving van Medina driehonderd plantenstekjes. Alleen één plantenstekje had iemand anders geplant. Nog in hetzelfde jaar hadden alle stekjes die de eerbiedaardige boodschapper (saw) had geplant hun vruchten gegeven, behalve de ene dadelboom die door een ander was geplant. Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt WesselāmVrede zij met jullieDe Eerbiedwaardige Boodschapper (saw). trok deze ene plant uit de aarde en plantte haar nog een keer, waarop ook zij na korte tijd vruchten opleverde. Vervolgens gaf hij (saw) aan Selmān (ra) een goudklompje, ongeveer ter grootte van een kippenei, nadat hij het met zijn speeksel had bestreken en er een smeekbede over had uitgesproken. Hierop zei hij tegen Selmān (ra): “Ga nu en geef dit aan de joden.” Toen vertrok Selmān-i Farisī en gaf zijn heren veertig okka van dat goudklompje en bemerkte achteraf dat dat goudklompje zo groot als voorheen was gebleven.
Inderdaad, dit was de meest betekenisvolle gebeurtenis in het leven van Selmān-i Farisī, die door gerespecteerde en betrouwbare imams is vermeld.
De derde gebeurtenis: af en toe gaf een sahābiya, genaamd Ummu MālikHeerser, aan Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt WesselāmVrede zij met jullieDe Eerbiedwaardige Boodschapper (saw). als gift boter uit een klein zakje, dat men ‘ukka’ noemt. Een keer had Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt WesselāmVrede zij met jullieDe Eerbiedwaardige Boodschapper (saw). een smeekbede over dat zakje verricht en zo teruggegeven. Hij (saw) zei: “Ledig het zakje nooit.” Hierop nam zij het zakje naar huis en wanneer haar kinderen boter wensten, vond zij altijd dankzij de zegenbede van de profeet (saw) boter in dat zakje. Deze zegenrijkheid bleef een lange tijd voortduren, totdat zij op een dag het zakje leegknepen en zodoende de zegen verdween.
Het zevende voorbeeld
Er zijn veel gebeurtenissen waarbij water als gevolg van zijn (saw) smeekbede en van zijn lichte aanraking zoet en welriekend is geworden. Ter illustratie zullen wij hier enkele voorbeelden behandelen.
De eerste gebeurtenis: de hadithgeleerden, in het bijzonder Imam Beyhāqī, vermelden dat het water van de bron Bi’r-u Qubā af en toe uitputte. Nadat Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt WesselāmVrede zij met jullieDe Eerbiedwaardige Boodschapper (saw). het water waarmee hij de wudūDe kleine rituele wassing van een moslim, waarbij gedeeltes van het lichaam worden gewassen. had verricht in de put had gegoten en een smeekbede erover had verricht, begon het water in de put weer rijkelijk te stromen en droogde de put nooit meer uit.