De Wonderen van Muhammed (saw)

Hoewel zich in de biografieën van Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām meerdere van dergelijke gebeurtenissen bevinden, zijn de boven behandelde voorbeelden voldoende voor de verheldering van de hoofdzaak.

 

Het negende voorbeeld

 

Er zijn vele voorbeelden van wonderen die tot stand zijn gekomen nadat Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām zijn gezegende hand over het hoofd en het gezicht van sommigen had gestreken en daarbij een smeekbede had verricht. Van deze vele voorbeelden willen we hier enkele van de meest bekende behandelen. 

 

De eerste gebeurtenis: de profeet (saw) streek met zijn hand over het hoofd van Omar ibn Sa’d en sprak daarbij een smeekbede uit. Toen Omar op de leeftijd van tachtig jaar stierf, had hij dankzij de zegening van deze smeekbede nog geen enkele grijze haar op zijn hoofd.

 

De tweede gebeurtenis: de profeet (saw) legde zijn hand op het hoofd van Qays ibn Zeyd, streek over zijn haren en verrichtte daarbij een smeekbede. Het hoofd van Qays was op honderd jarige leeftijd helemaal grijs, maar dankzij de zegening van deze smeekbede was de plek waarop Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām zijn hand had gelegd fluweelzwart gebleven. 

 

De derde gebeurtenis: Abdurrahmān ibn Zeyd ibn-i Khattāb was zowel opvallend klein als lelijk. Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām streek met zijn hand over zijn hoofd en sprak daarbij een smeekbede uit. Dankzij de zegeningen van deze smeekbede werd hij één van de langste qua lengte en één van de knapste qua uiterlijk. 

 

De vierde gebeurtenis: tijdens de slag van Huneyn raakte Āïz ibn Amr gewond in zijn gezicht. Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām streek met zijn hand het bloed van zijn gezicht af. De plek waarop Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām had gestreken, straalde nadien zo helder dat hadithgeleerden deze als

كَغُرَّةِ الْفَرَسِ

hebben beschreven. Die plek glansde als een witte bles op het voorhoofd van een vospaard. 

 

De vijfde gebeurtenis: de profeet (saw) streek met zijn hand over de wang van Qatāde ibn Selman en verrichte daarbij een smeekbede. Nadien begon het gezicht van Qatāde als een spiegel te glanzen. 

 

De zesde gebeurtenis: toen Zeyneb, de dochter van Ummu Seleme (de moeder der gelovigen) en eveneens stiefdochter van Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām, nog klein was, sprenkelde Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām water op haar gezicht waarmee hij de wudū had verricht. Met de aanraking van dit water werd aan het uiterlijk van Zeyneb (ra) een zodanige bloeiende schoonheid verleend, dat haar gezicht als de ongeëvenaarde schoonheid werd beschouwd.