De Wonderen van Muhammed (saw)

Voorwaar, dit wonder van Ahmed (saw) berust op mānewī tewātur. Aangezien Djābir een leidende rol speelde in deze gebeurtenis, was het ook zijn recht om als eerste daarvan te vertellen. Hij sprak namens alle betrokkenen, want hij was degene die dienst had geleverd, dus was het ook zijn recht om alle anderen daarvan op de hoogte te stellen. Ook Ibn-i Mes’ūd leverde op identieke wijze het volgende over: “Ik zag dat uit zijn vingers water stroomde alsof het uit een bron kwam.”

 

Zou het überhaupt mogelijk zijn dat een groep van beroemde ashāb, bestaande uit Enes, Djābir en Ibn-i Mes’ūd, het niet gezien zouden hebben, indien zij beweren dat ze het wel gezien hebben? 

 

Breng nu deze drie voorbeelden bij elkaar en aanschouw hoe bewijskrachtig dit wonder is. Wanneer men een dergelijk bericht vanuit drie verschillende bronnen samenstelt, dan verkrijgt hij een betrouwbaar bewijs voor het feit dat vanuit zijn vingers water stroomde, waarbij sprake is van tewātur. Het wonder van Musa (as), waarbij uit een rots op twaalf plaatsen water heeft gestroomd, kan niet buitengewoner zijn dan het wonder van Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām, waarbij uit zijn tien vingers water heeft gestroomd als waterbronnen. Het is namelijk mogelijk dat vanuit een rots water naar buiten stroomt; in het alledaagse leven kan men voorbeelden daarvan terugvinden. Echter, dat uit vlees en bot water als Kewther stroomt, is nergens in het alledaagse leven terug te vinden.

 

Het vierde voorbeeld

 

Evenals in andere boeken vermeldt Imam Malik in zijn boek ‘Muwatta’ dat Mu’āz bin Djebel, een van de bekende ashāb, het volgende heeft verteld: 

 

Gedurende de krijgstocht naar Tabuk kwamen we een waterbron tegen. Daaruit stroomde een kleine hoeveelheid water, zo dun als een touwtje. Toen droeg Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām ons op: “Verzamel een beetje van dat water.” We verzamelden een beetje water in de palmen van onze handen. Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām waste daarmee zijn handen en zijn gezicht. Het gebruikte water goten we weer terug in de bron. Toen schoot plotseling een doorgang in de bron open en stroomde er zoveel water uit, dat heel het leger in zijn waterbehoefte werd voorzien.