Éne (Het Ik): Het Grote Toevertrouwde
Juist op dat moment neemt hij een opstandige houding aan tegenover de bevelen van de Almachtige Schepper. Hij zegt:
مَنْ يُحْىِ الْعِظَامَ وَهِىَ رَمِيمٌ Wie kan de beenderen doen herleven, terwijl zij vergaan zijn? – De Koran 36:78
en beschuldigt op uitdagende wijze de Absoluut Almachtige van onmacht.
Hij valt zelfs de eigenschappen van de Almachtige Schepper aan: de eigenschappen die hem niet aanstaan of niet stroken met de hoogmoed van zijn nafs-i emmāraEen aspect van de ziel dat de kwaadaardige eigenschappen van een mens in zich herbergt., verwerpt hij, ontkent hij of verdraait hij naar eigen wil.
Bijvoorbeeld, een groep filosofen heeft Allah aangeduid als Mūdjib-i Bizzāt (de Noodzakelijk Handelende) – oftewel Degene Die, volgens hen, noodzakelijk uit Zichzelf schept, zonder wil of keuzevrijheid. Daarmee ontkenden zij Zijn wil en keuzevrijheid, en verloochenden zij de oneindige getuigenissen van het universum die juist Zijn wil bevestigen.
FasubhānAllāhO Feilloze Allah; een uitdrukking die wordt gebruikt wanneer wanneer men verbaasd raakt over iets.! Terwijl alles in dit universum – van de kleinste deeltje tot de zon – door zijn verschijningsvormen, orde, wijsheid en maatvoering duidelijk de wil van de Schepper toont, is het oog van deze blinde filosofie niet in staat dat te zien!
Bovendien heeft een andere groep filosofen beweerd: “De goddelijke kennis heeft geen betrekking op details en onbeduidende zaken,” en daarmee de allesomvattende reikwijdte van de goddelijke kennis ontkend en de ware getuigenissen van het hele universum verworpen.
Bovendien kent de filosofie invloed toe aan de oorzaken en schrijft zij de schepping toe aan de natuur. Zij erkent niet het schitterende zegel van de Schepper van alle dingen, dat in alles zichtbaar is – zoals in het Tweeëntwintigste Woord onomstotelijk is bewezen. In plaats daarvan schrijft zij het toe aan de natuur – die machteloos, levenloos, bewusteloos en blind is, en in de handen ligt van twee andere blinden: toeval en kracht. Zodoende schrijven zij een deel van de schepping – die in werkelijkheid duizenden verheven wijsheden bevat en waarvan elk onderdeel als een brief van es-SamedAllah, Die aan niemand en niets behoeftig is, maar iedereen en alles hebben wel behoefte aan Hem.Allah, Die aan niemand en niets behoeftig is, maar iedereen en alles hebben wel behoefte aan Hem. gelezen kan worden – toe aan de natuur.
Bovendien hebben de filosofen de poort naar het hiernamaals niet kunnen vinden, waardoor zij het hiernamaals hebben ontkend en aan de zielen een vorm van eeuwigheid zonder begin hebben toegeschreven – terwijl die poort wordt gewezen door alle Namen van Allah, alle waarheden van het universum, alle bewijzen van de profeten en alle verzen van de hemelse boeken, zoals in het Tiende Woord is aangetoond.
En zo kun je de rest van hun verzinsels vergelijken met deze voorbeelden.