De Wonderen van Muhammed (saw)
De tweede gebeurtenis: toen Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt WesselāmVrede zij met jullieDe Eerbiedwaardige Boodschapper (saw). en Ebu Bekr-i SiddīqEen waarheidsgetrouwe moslim die zijn trouw aan Allah en profeet Muhammed (saw) altijd heeft bewezen. (ra) de grot verlieten en zich in de richting van Medina begaven, hadden de aanvoerders van Quraish hen een bijzonder moedige man met de naam Surāqa achternagestuurd, die voor een riant geldbedrag, hen zou moeten ombrengen. Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt WesselāmVrede zij met jullieDe Eerbiedwaardige Boodschapper (saw). en Ebu Bekr-i SiddīqEen waarheidsgetrouwe moslim die zijn trouw aan Allah en profeet Muhammed (saw) altijd heeft bewezen. (ra) hadden onderweg opgemerkt dat Surāqa hen volgde. Ebu Bekr-i SiddīqEen waarheidsgetrouwe moslim die zijn trouw aan Allah en profeet Muhammed (saw) altijd heeft bewezen. (ra) maakte zich zorgen. Echter, net als voordien in de grot zei Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt WesselāmVrede zij met jullieDe Eerbiedwaardige Boodschapper (saw). tegen hem:
لاَ تَحْزَنْ اِنَّ اللهَ مَعَنَا Maak je niet ongerust! Allah is met ons. – Koran 9:40
Toen wendde hij (saw) zijn blik naar Surāqa en plotseling bleef zijn paard stilstaan, alsof het met de hoeven in de aarde was vastgenageld. Na een tijdje kwamen de hoeven van het paard weer vrij en hierop achtervolgde Surāqa hen opnieuw. Zodra Surāqa het doelwit weer enigszins benaderde, leken de hoeven van het paard in de aarde weer vast te zitten. Onder de hoeven was zelfs rook te zien die omhoog kringelde. Op dat moment besefte Surāqa dat het niets en niemand was gegeven om Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt WesselāmVrede zij met jullieDe Eerbiedwaardige Boodschapper (saw). schade te berokkenen of zelfs een vinger naar hem uit te steken. Surāqa zei: “Heb genade.” Hierop schonk Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt WesselāmVrede zij met jullieDe Eerbiedwaardige Boodschapper (saw). hem genade, maar zei tegen hem wel: “Keer nu terug en zorg er wel voor dat geen ander ons meer achtervolgt.”
Ter aanvulling van deze gebeurtenis zullen we het volgende mededelen. In een sahīhBetrouwbare overlevering wordt vermeld dat een herder hen had gezien. Hierop vertrok hij meteen naar Mekka om de Quraishieten hierover te informeren. Toen hij echter Mekka had bereikt, was hij geheel vergeten waarvoor hij daar was aangekomen. Hoezeer en hoe intens hij zich de reden van zijn komst ook trachtte te herinneren, kon hij zich deze niet meer voor de geest halen en zag zich gedwongen terug te keren. Later, na zijn terugkeer, begreep hij dat iets buiten zijn macht hem de reden van zijn komst had laten vergeten.
De derde gebeurtenis: grote hadithoverleveraars vermelden, op basis van verschillende overdrachtsketens, over de slag van GHatafan en van Anmar het volgende:
Een dappere aanvoerder van een stam, genaamd Qawras, had Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt WesselāmVrede zij met jullieDe Eerbiedwaardige Boodschapper (saw). ongemerkt benaderd. En met een getrokken zwaard zei hij op een dreigende toon: “Wie zal jou nu uit mijn handen redden?” De profeet antwoordde met: “Allah.” Vervolgens verrichtte hij de volgende smeekbede:
اَللّٰهُمَّ اكْفِنِيهِ بِمَا شِئْتَ O Allah, red mij van hem zoals Jij dat wil