De Wonderen van Muhammed (saw)

Plotseling kreeg Qawras midden tussen zijn schouders een mysterieuze slag uit ghayb, waardoor het zwaard uit zijn hand viel. Toen pakte Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām het zwaard op en zei: “En wie gaat jou nu redden?” En daarna vergaf hij hem. Vervolgens keerde de man terug naar zijn stam. Iedereen was verbaasd over de verwarde blik van deze zo dappere en stoutmoedige man. Ze vroegen hem: “Wat is er met jou gebeurd? Waarom heb je niets kunnen uitrichten?” Toen vertelde hij hen hoe de gebeurtenis zich had voltrokken en voegde er nog aan toe: “Ik kom zojuist terug van de allerbeste onder de mensen.”

 

In een vergelijkbare situatie kwam een keer een huichelaar tijdens de slag van Bedr onopgemerkt van achteren naar Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām en hief zijn zwaard omhoog om toe te slaan. Op dat moment wendde Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām plotseling het hoofd om en keek hem aan, waarop de huichelaar begon te rillen en het zwaard hem uit de handen viel.

 

De vierde gebeurtenis: ook dit voorval is net zo bekend geworden als mānewī tewātur. Dit wordt door de meeste mufessirīn als reden gezien voor de openbaring van de volgende verzen:

اِنَّا جَعَلْنَا فِى اَعْنَاقِهِمْ اَغْلاَلاً فَهِىَ اِلَى اْلاَذْقَانِ فَهُمْ مُقْمَحُونَ - وَجَعَلْنَا مِنْ بَيْنِ اَيْدِيهِمْ سَدًّا وَمِنْ خَلْفِهِمْ سَدًّا فَاَغْشَيْنَاهُمْ فَهُمْ لاَ يُبْصِرُونَ  

Zodoende vermelden de geleerden te midden van de mufessirīn en de muhaddisīn dat Ebu Djehl tot zichzelf het volgende heeft gezworen: “Zodra ik Muhammed in sudjūd zie, zal ik met deze steen op zijn hoofd slaan.” Hij pakte een grote steen op en begaf zich daarmee op weg naar de profeet. Toen hij de profeet in sudjūd aantrof en de steen omhoog hief om toe te slaan, bleven zijn armen onbeweeglijk vast. Pas nadat Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām klaar was met zijn gebed en opstond, kon Ebu Djehl zijn handen en armen eindelijk weer vrij en ongehinderd bewegen. Zijn armen kwamen vrij ofwel met de toestemming van Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām ofwel omdat die beperking niet meer nodig was.