De Wonderen van Muhammed (saw)

En bovendien zei de profeet tot hen: “Jullie zullen een vergissing van mij moeten aantonen, anders zal ik strijden tot jullie nederlaag!” Aangezien zij de oorlog, de ondergang en de emigratie verkozen, houdt dat in dat zij geen enkele vergissing bij hem (saw) hadden kunnen ontdekken. Indien zij wel een vergissing in zijn uitspraken hadden kunnen ontdekken, dan zou dat hun redding geweest zijn.

 

Het tweede bewijs: aangezien de uitdrukkingen in de Thora, het Evangelie en de Psalmen niet zo wonderlijk zijn als de verzen van de Koran en omdat zij steeds opnieuw zijn vertaald, hebben zeer veel vreemde woorden zich met die geschriften vermengd. Bovendien zijn uitspraken en foutieve interpretaties van exegeten vermengd geraakt met de verzen van de oude hemelse geschriften. Eveneens zijn er nog vervalsingen van onwetenden en van enkele kwaadgezinde mensen toegevoegd. Op deze wijze is het aantal vergissingen en vervalsingen in deze geschriften toegenomen. De bekende geleerde Sjeik Rahmetullah-i Hindī heeft zelfs zowel de joodse als de christelijke geestelijken en geleerden tot zwijgen gebracht door duizenden vervalsingen in de oude hemelse geschriften te tonen. Ondanks deze vervalsingen en vergissingen heeft de bekende Huseyn-i Djisrī recentelijk in deze boeken honderdtien bewijzen voor de profeetschap van Muhammed (saw) ontdekt en heeft deze in zijn boek ‘Risāle-i Hamīdiye’ vastgelegd. Dit boek van hem is door İsmail Hakki uit Manastir (Bitola) in het Turks vertaald. Degene die het wenst, kan deze verhandeling raadplegen en de bewijzen met eigen ogen aanschouwen.

 

Bovendien hebben zeer veel joodse en christelijke geleerden toegegeven dat in hun geschriften de kenmerken van Muhammed de Arabier (saw) worden beschreven. Te midden van de niet-moslims is het in de eerste plaats de bekende keizer Heraclius geweest die dit heeft toegegeven. Hij zei: “Isa (as) heeft ons over Muhammed (saw) bericht.”

 

Mucaucis, de Byzantijnse gouverneur van Egypte, en enkele van de meest bekende joodse geleerden, zoals Ibn Sūriye, ibn Ahtab en zijn broertje Qāb ibn Esed en Zubeyr ibn Bātiyā, en eveneens andere bekende geleerden en toonaangevende persoonlijkheden hebben, hoewel ze niet-moslims zijn gebleven, niettemin toegegeven dat hun geschriften inderdaad van zijn (saw) eigenschappen melding maken.