De Wonderen van Muhammed (saw)

Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām heeft het volgende gezegd:

اِسْمِى فِى الْقُرْاٰٰنِ مُحَمَّدٌ، وَفِى اْلاِنْجِيلِ اَحْمَدُ، وَفِى التَّوْرٰيةِ اَحْيَدُ

In het Evangelie wordt een van de namen van de profeet als 

صَاحِبُ الْقَضِيبِ وَالْهِرَاوَةِ

‘Drager van het zwaard en van de staf’ aangeduid. Inderdaad, Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām is de grootste te midden van de profeten die over het zwaard beschikten en hij is degene die met zijn gemeenschap de opdracht verkreeg om te strijden. 

 

In het Evangelie wordt hij (saw) ook aangeduid als ‘Drager van de kroon’. Deze betiteling is alleen bestemd voor Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām. De kroon impliceert hier de tulband. In het verleden was de grootste bevolking, te midden van alle volkeren, het Arabische volk dat als hoofdbedekking een tulband droeg. Met ‘De drager van de kroon’, zoals in het Evangelie is vermeld, wordt met zekerheid Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām bedoeld. 

 

Bovendien wordt ‘de Parakleet’, die in het Evangelie is vermeld, door Bijbelexegesen uitgelegd als degene die waarheid van valsheid onderscheidt. Dit is de naam van degene die de mensen, die later zullen komen, naar de waarheid zal leiden.

 

En in een passage van het Evangelie zegt Isa (as) het volgende: “Ik zal vertrekken, opdat de leider van deze wereld zal komen.” Wie anders dan Muhammed (saw) is na Isa (as) verschenen en de leider van deze wereld geworden, de waarheid van valsheid onderscheiden en de mensen naar de waarheid geleid? 

 

Dat houdt in dat Isa (as) zijn gemeenschap continu het goede nieuws als volgt berichtte: “Er zal iemand komen en met zijn komst zal de behoefte aan mij niet meer nodig zijn. Ik ben zijn voorloper en zijn aankondiger.” In verband hiermee luidt in de Koran het volgende vers:

وَاِذْ قاَلَ عِيسَى ابْنُ مَرْيمَ يَابَنِۤى اِسْراَۤئِيلَ اِنِّى رَسُولُ اللّٰهِ اِلَيْكُمْ مُصَدِّقًا لِمَا بَيْنَ يَدَىَّ مِنَ التَّوْرٰيةِ وَمُبَشِّرًا بِرَسُولٍ يَاْتِى مِنْ بَعْدِى اسْمُهُ اَحْمَدُ