De Wonderen van Muhammed (saw)
Net zoals Ebu Bekr-i SiddīqEen waarheidsgetrouwe moslim die zijn trouw aan Allah en profeet Muhammed (saw) altijd heeft bewezen. in Medina gedurende de angstaanjagende en onrustige toestand waarin de moslims verkeerden vanwege het overlijden van Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt WesselāmVrede zij met jullieDe Eerbiedwaardige Boodschapper (saw). met een ongekende vastberadenheid iedereen troostte en met een intensieve toespraak de ashābDe gelukzalige eeuw van profeet Muhammed (saw). tot bedaren bracht, zo ook troostte en bracht Suheyl (ra) de ashābDe gelukzalige eeuw van profeet Muhammed (saw). in Mekka met zijn welbekende welbespraaktheid tot bedaren, toen hij een toespraak hield die dezelfde inhoud bevatte als de toespraak van Ebu Bekr (ra). Zelfs de woorden van beide toespraken kwamen merendeels overeen.
En bovendien verkondigde hij (saw) aan Surāqa:
كَيْ فَ بِكَ اِذَا اُلْبِسْتَ سُوَارَىْ كِسْرٰى
“Jij zal de twee armbanden van Khusro dragen.” Ten tijde van het kalifaat van Omar werd het koninkrijk van Khusro verslagen en vernietigd. Zijn schatten, zijn sieraden en ook zijn prachtige armbanden werden naar Omar (ra) gebracht. Hij deed deze om de polsen van Surāqa en zei:
اَلْحَمْدُ لِلّٰهِ الَّذٖى سَلَبَهُمَا كِسْرٰى وَاَلْبَسَهُمَا سُرَاقَةََ Geprezen zij Allah, Die deze twee armbanden van Khusro heeft afgenomen en deze aan Surāqa heeft laten dragen
Zodoende liet hij de verkondiging van de profeet bevestigen.
Hij (saw) verkondigde ook:
اِذَا ذَهَبَ كِسْرٰى فَلَا كِسْرٰى بَعْدَهُ
“Na het verval van de Pers Khusro zal er geen Khusro meer verschijnen.” Zoals hij het had verkondigd, is het ook gebeurd.
En bovendien heeft de profeet aan de gezant van Khusro gezegd: “Zojuist heeft de zoon van Khusro, Siroë, hem om het leven gebracht.” Toen de gezant dit navroeg en ontdekte dat deze gebeurtenis tezelfdertijd had plaatsgevonden, bekeerde hij zich tot de Islam. Volgens enkele ehadithDe islamitische overleveringen betreffende de handelingen en de uitspraken van profeet Muhammed (saw). is de naam van die gezant Firūz.
En bovendien, volgens een betrouwbare overlevering, heeft hij (saw) over de aanwezigheid van een brief bericht die Khātib ibn-i Beltā heimelijk aan de stam Quraish had gezonden. Hij stuurde Ali en Miqdad op weg met de opdracht: “Op die en die plaats zullen jullie een persoon met zo’n brief aantreffen. Ga naar haar toe, neem die brief in beslag en breng mij die!” Ze vertrokken en brachten de betreffende brief na verloop van tijd vanuit de beschreven locatie met zich mee. Toen liet hij (saw) Khātib bij zich komen en vroeg hij hem: “Waarom heb je dit gedaan?” Khātib bood zijn verontschuldiging aan en betuigde spijt, waarop de profeet zijn verontschuldiging accepteerde.