De Wonderen van Muhammed (saw)

En aan de soefi’s en aan de ewliyā’s toont de Koran het wonder dat zich in de mysteries van zijn verzen bevindt; verzen die altijd als een voortdurend golvende zee betekenisvol en dynamisch zijn.

 

Zodoende opent de Koran voor alle veertig kringen een venster en openbaart voor iedere kring afzonderlijk een wonder. 

 

Zelfs de ondeskundige mensen kunnen alleen al met luisteren naar een recitatie van de Koran, waarbij zij van de betekenis daarvan weinig kunnen begrijpen, beseffen dat de tekst ervan op geen enkel andere lijkt. En deze ondeskundige mensen zeggen: “De Koran toont, vergeleken met alle andere boeken die wij hebben beluisterd, geen vorm van gelijkenis. In overeenstemming daarmee bevindt zich de waarde van de Koran ofwel beneden hen allen ofwel boven hen allen. Aangezien nu echter de omstandigheid dat hij zich beneden hen allen zou bevinden onmogelijk is, kan geen enkel tegenstander van hem dit accepteren. Dus, de Koran bevindt zich boven alle andere boeken; hij is een wonder.”

 

Voorwaar, om deze ondeskundige mensen, die dit wonderlijk aspect van de Koran hebben vernomen, bij te staan, zullen wij dit aspect als volgt nader uiteenzetten: 

 

Toen de Koran werd geopenbaard, daagde hij de gehele wereld uit en wekte hij bij mensen twee sterke emoties, twee krachtige reacties op.

 

Ten eerste: bij zijn vrienden wekte hij de wens tot nabootsing op. Dus, het verlangen om de geliefde Koran in zijn expressiviteit na te bootsen en de wens om op dezelfde wijze te spreken en te communiceren.

 

Ten tweede: bij zijn vijanden wekte hij de drang op hem te bekritiseren en met hem te concurreren. Dus, de wens om iets tegenover de stijl van de Koran te plaatsen en zodoende zijn wonderlijk aspect aan te vallen, terug te wijzen, teniet te doen. 

 

Ten gevolge daarvan werden onder invloed van deze beide sterke reacties miljoenen Arabische boeken geschreven en uitgegeven. Indien uit deze boeken de mooiste, de sterkste en de meest heldere stukken samen met de Koran worden gereciteerd, dan zal zeker iedereen die deze vergelijking heeft gemaakt, zeggen dat de Koran met geen enkele van alle andere boeken te vergelijken is. Aangezien dit nu eenmaal zo is, dan bevindt zich de waarde van de wonderbaarlijke Koran ofwel boven alle andere boeken ofwel beneden hen allen, hetgeen echter honderdvoudig onmogelijk is en hetgeen niemand, zelfs de satan niet, kan beweren.[1] Dus, de wonderbaarlijke Koran bevindt zich boven alle andere boeken. 

 

 

 

[1] Het belangrijke eerste hoofdstuk van de Zesentwintigste Brief is de voetnoot en uiteenzetting van deze zin.