De Wonderen van Muhammed (saw)

Bovendien, wordt het woord

اَللّٰهُ (Allahu)

op hoogst opvallende wijze op elk bladzijde van de middellange en de lange soera’s, die in Medina zijn geopenbaard, herhaald. Dat wil zeggen dat dit woord zes-, zeven-, acht-, negen- zelfs elfmaal verschijnt, waarbij deze herhalingen op de voorzijde zowel met die op de achterzijde alsmede met die op de tegenovergestelde zijde op een betekenisvolle wijze overeenkomen.[1], [2], [3], [4]. 

 

 

 

[1] Hoewel de Koran aan degenen die Allah gedenken en aanroepen zijn vele kwaliteiten, zoals zijn elegante en rijmende woordkeuze en welsprekendheid, zijn artistieke stijl en zijn fascinerende eloquentie toont, verschaft hij hen een verheven ernst, verplaatst hen in de tegenwoordigheid van Allah en schenkt hen, zonder enige onderbreking, een innerlijke concentratie. Echter, normaliter verstoren retorica, welsprekendheid, poëzie en rijm de ernst van een tekst en hebben een gekunstelde werking, vertroebelen de concentratie en leiden vooral af. Ik reciteerde zelfs vaak de beroemde smeekbede van Imam Shafiī, die de fijnzinnigste, de meest betekenisvolle te midden van supplicaties is en die het meest verheven rijm te midden van zijn soort bevat, en die tegelijkertijd ook voor de beëindiging van een catastrofale hongersnood en droogte in Egypte zorgde. Echter, ik bemerkte dat het rijm en het ritme ervan de verheven ernst van deze smeekbede nadeel berokkenden, en ondanks het feit dat ik deze smeekbede gedurende acht of negen jaar regelmatig had gelezen, kon ik de ware aard ervan niet met het rijm en het ritme verenigen. Daaruit heb ik opgemaakt dat de Koran vanuit zijn eigen en toch unieke rijm en ritme een soort wonder is, dat hij de ware ernst en concentratie in acht neemt en niet vertroebelt. Indien dus degenen die Allah aanroepen en gedenken dit soort wonder niet met hun verstand kunnen waarnemen, dan bemerken ze dat niettemin alsnog met hun hart.

 

[2] Een ander geheim achter een wonderlijk aspect van de Koran is dat hij het zeer hoge en zeer schitterende geloofsniveau van Rasūl-i Ekram Aleyhissalāt Wesselām, in wie de ism-ul-azam zich manifesteert, tot uitdrukking brengt. Bovendien verkondigt en onderwijst de Koran het verheven niveau van de zeer hoge, omvangrijke en ware religie, die de hoogwaardige waarheden van het hiernamaals en van de gehele schepping als een heilige landkaart beschrijft. Bovendien toont de Koran eveneens de majesteitelijke en de glorieuze aanspraak van de Schepper van het universum, de Heer van al het bestaan. 

 

Inderdaad, indien de gezamenlijke intelligentie van de mensheid met betrekking tot het geheim achter het vers 

قُلْ لَئِنِ اجْتَمَعَتِ اْلاِنْسُ وَالجِنُّ عَلٰۤى اَنْ يَاْتُوا بِمِثْلِ هٰذَا الْقُرْاٰنِ لاَيَاْتُونَ بِمِثْلِ

zich tegen de Koran zou verenigen, zelfs dan zou zij tegen deze verkondigingsvorm van de Koran niets kunnen inbrengen,

اَيْنَ الثَّرَا مِنَ الثُّرَيَّا

Immers, vanuit het perspectief van deze drie uitganspunten bestaat er met zekerheid geen mogelijkheid tot nabootsing; deze kan ook nooit bestaan!