Een Reis naar het Bestaan van de Schepper
Inderdaad, iedereen met een gezond verstand bevestigt de woorden die hij spreekt en zegt: ‘Ja, je spreekt de waarheid.’ Zelfs de bergen en bomen in dit land, en de grote lamp[1] die dit land als geheel verlicht, zeggen: ‘Ja, wat je verkondigt is juist.’ Dit doen zij door zijn bevelen te gehoorzamen.
Nu dan, mijn dwaze vriend! Kan er überhaupt de geringste tegenstrijdigheid, de minste vorm van bedrog worden gevonden in de woorden van deze stralende, indrukwekkende en serieuze persoon, die is uitgerust met duizend onderscheidingen, afkomstig uit de persoonlijke schatkamer van de heerser? Hoe zou er ook maar enige onwaarheid kunnen zitten in wat hij verkondigt over deze wonderen verrichtende heerser, zijn eigenschappen en zijn bevelen, terwijl deze verkondiging door alle vooraanstaande personen van dit land wordt bevestigd? Om zijn verkondiging als onwaarachtig of onwaar te beschouwen, zou men zowel het bestaan als de betekenis van dit paleis, de lampen en deze gemeenschap moeten verloochenen. Als je dat tenminste nog durft, strek dan nog eenmaal de vinger van je bezwaren uit. Je zult zien hoe die vinger onder de kracht van de bewijzen bezwijkt en zich uiteindelijk in je eigen oog boort.
Het Twaalfde bewijs
Kom o broeder! Je bent nu een beetje bij je verstand gekomen. Ik zal je je nog een bewijs tonen dat de kracht heeft van alle elf voorafgaande bewijzen samen. Kijk eens naar dit verlichtende decreet dat van bovenaf is neergezonden en door iedereen, met ofwel verbazing of eerbied, maar altijd met grote opmerkzaamheid, wordt bekeken.[2] De met duizend onderscheidingen uitgeruste afgezant houdt dit decreet van de sultan in zijn handen en verklaart aan het gehele volk de betekenis ervan. Kijk, de wijze van uitdrukking van dit decreet is zo stralend, dat zij de bewonderende blikken van iedereen trekt. Zij behandelt zulke betekenisvolle en belangrijke onderwerpen dat iedereen zich genoodzaakt voelt om ernaar te luisteren. Zij verklaart één voor één de eigenschappen, handelingen, werken en bevelen van de heerser die over dit gehele land regeert, dit paleis heeft gebouwd en al deze wonderbaarlijkheden hier tevoorschijn brengt. Kijk goed! Dit decreet is in zijn geheel voorzien van het grote zegel van de heerser, en tegelijkertijd draagt ook iedere regel en iedere zin een uniek en onnavolgbaar zegel van hem. Bovendien is er in de betekenissen, waarheden, bevelen en wijsheden die het onthult een karakteristieke stijl zichtbaar, in de vorm van een spiritueel zegel dat alleen hem eigen is.
[1] De grote lamp verwijst naar de zon. Op een keer sliep de Profeet (saw) met zijn hoofd rustend in de schoot van Imam Ali (ra), waardoor Imam Ali (bijna) zijn middaggebed miste. Toen draaide de aarde zich echter in tegengestelde richting en bracht de zon opnieuw tevoorschijn. Door dit wonder kon Ali zijn gebed alsnog op tijd verrichten.
[2] Het verlichtende decreet verwijst naar de Koran en het zegel daarop verwijst naar haar wonderbaarlijkheid.