33 Vensters naar het Bestaan van Allah
Het Dertiende Venster
وَاِنْ مِنْ شَىْءٍ اِلاَّ يُسَبِّحُ بِحَمْدِهِ En er is niets of het verheerlijkt Hem met lof!
Zoals dit vers uitdrukt, gedenkt en verheerlijkt alles zijn Schepper op zijn eigen specifieke manier, met zijn eigen taal. Inderdaad, de lofprijzing van alle schepselen, zowel door de taal van hun staat als door hun woorden, wijst op het bestaan van één unieke Heilige Heer. De getuigenis van de natuur in de schepping kan niet worden ontkend. Bovendien laat de aanwijzing door hun staat, vooral wanneer die vanuit vele invalshoeken wordt belicht, geen ruimte voor twijfel.
Kijk naar de geordende vormen van de schepselen, die de oneindige natuurlijke getuigenissen van Allah omvatten en op onbegrensde manieren van Allah getuigen, en die, net als overlappende cirkels die naar één enkel middelpunt wijzen, op Allah wijzen. Elk van deze vormen spreekt als een taal; hun evenwichtige samenstelling is een uiting van getuigenis, en hun perfecte levens zijn een lofprijzing aan Allah. Zoals bewezen in Het Vierentwintigste Woord, wijzen al deze lofprijzingen, verheerlijkingen en groeten op een zodanig heldere wijze op één Heilige Heer, zoals licht de zon onthult. Ze getuigen van het bestaan van één Wājibul-Wudjūd en ze wijzen op de volmaaktheid van Zijn goddelijkheid.