33 Vensters naar het Bestaan van Allah
Inderdaad, alle schepselen op het aardoppervlak, die met volmaakte wijsheid worden geschapen en bestuurd, met volmaakte goedgunstigheid worden versierd, met volmaakte barmhartigheid worden begunstigd en met volmaakte zorg en liefde worden voorzien, getuigen ieder afzonderlijk van het noodzakelijke bestaan van een Alwijze, Vrijgevige, Genadevolle en Voorzienende Schepper, en wijzen op Zijn eenheid.
Kijk naar de alomvattende wijsheid die zich overal op de aarde manifesteert, zichtbaar is in alle schepselen en wijst op doelmatigheid en wil. Beschouw de goedgunstigheid die deze wijsheid omvat. Aanschouw de alomvattende barmhartigheid die zichtbaar is in alle schepselen en zowel goedgunstigheid als wijsheid omvat. Kijk ook naar de vrijgevige voorziening van levensonderhoud, zichtbaar bij alle levende wezens, die niet alleen barmhartigheid maar ook wijsheid en goedgunstigheid omvat. En neem nu al deze manifestaties eens samen in beschouwing.
Zoals de zeven kleuren samen het licht vormen, en zoals dat licht zonder enige twijfel wijst op de zon die de aarde verlicht, zo wijzen de goedgunstigheid binnen de wijsheid, de barmhartigheid binnen de goedgunstigheid, en de voorziening van levensonderhoud binnen de barmhartigheid met een uiterst heldere evidentie en op een schitterende wijze op de eenheid van een Alwijze, Genadevolle, Barmhartige en Voorzienende Wājibul-Wudjūd, en op de volmaaktheid van Zijn heerschappij.
En jij, o achteloze en dwaze ontkenner! Hoe kun je deze wijze, vrijgevige, genadevolle en voorzienende heerschappij, die zo overduidelijk zichtbaar is voor onze ogen, en deze wonderlijke, geweldige en wonderbaarlijke handelingen verklaren? Met het bewusteloze toeval dat net zo bewusteloos is als jij? Of met de blinde krachten die net zo blind zijn als jouw hart? Of met de dove natuur die net zo doof is als jouw verstand? Of met de machteloze, levenloze en onwetende oorzaken die even machteloos, levenloos en onwetend zijn als jijzelf?
Of wil je aan de Almachtige, Alwetende, Alhorende en Alziende Zāt-i zul-DjelālAllah, de Majesteitelijke Heer Wiens grootheid en verhevenheid grenzeloos is., Die oneindig heilig, zuiver, hoog en verheven is, de naam ‘natuur’ toeschrijven - iets wat oneindig machteloos, onwetend, doof, blind en armzalig is en tot het domein van ‘het mogelijke’ behoort - en daarmee een grenzeloze misdaad begaan? Met welke kracht kun je deze waarheid, stralend als de zon, uitdoven? Onder welke sluier van achteloosheid kun je deze waarheid verbergen?