33 Vensters naar het Bestaan van Allah
Het Zevenentwintigste Venster
اَللّٰهُ خَالِقُ كُلِّ شَىْءٍ وَهُوَ عَلٰى كُلِّ شَىْءٍ وَكِيلٌ Allah is de Schepper van alle dingen en Hij is de Toezichthouder over alle dingen.” – De Koran 39: 62
In het universum kijken we naar de ogenschijnlijke oorzaken en gevolgen. We zien dat zelfs de meest zwaarwegende oorzaak niet bij machte is om het eenvoudigste gevolg tot stand te brengen. Dit toont aan dat oorzaken slechts als sluiers functioneren. Degene die de gevolgen teweegbrengt, is iemand anders dan de oorzaken. Neem bijvoorbeeld het geheugen, als een klein voorbeeld te midden van de ontelbare schepselen, dat op een plek zo klein als een mosterdzaadje in het menselijke brein is geplaatst. Je zult zien dat het fungeert als een alomvattend boek, misschien zelfs als een bibliotheek, waarin de hele levensloop van de mens zonder enige verwarring wordt opgeschreven. Welke oorzaak kan als verklaring worden gegeven voor dit wonder van macht? De hersenvezels? Simpele, bewusteloze atomen van de cellen? De winden van toeval?
Echter, dit wonder van kunst kan alleen het werk zijn van een Alwijze Schepper, Die het vervaardigt als een klein bewijsstuk voor het grote register van de daden van de mens, dat tijdens de herzameling in het hiernamaals zal worden geopend. Hij legt het in de hand van de rede om te laten weten dat elke daad wordt geregistreerd.
Zo kunnen we, door het menselijke geheugen als voorbeeld te nemen, alle eieren, zaden en pitten vergelijken. En vergelijk ook andere wonderlijke en compacte scheppingen met deze kunstwerken. Want welke schepping of welk gevolg je ook bekijkt, er is een zodanige wonderbaarlijke kunst dat, in plaats van haar eenvoudige en basale oorzaken, zelfs als alle oorzaken samenkwamen, ze hun onvermogen zouden tonen.
Stel je bijvoorbeeld de zon eens voor, die als een grote oorzaak wordt beschouwd, als een intelligent wezen met bewustzijn. Als je haar zou vragen: “Kun je een vlieg creëren?” zou ze zeker antwoorden: “Dankzij de gunsten van mijn Schepper bezit ik in mijn werkplaats veel licht, kleuren en warmte. Maar in het lichaam van een vlieg bevinden zich instrumenten, zoals ogen, oren en leven, die noch in mijn werkplaats aanwezig zijn, noch binnen mijn vermogen liggen.”