33 Vensters naar het Bestaan van Allah

Bovendien manifesteert de enorme veelheid en ultieme overvloed, die onbeduidendheid en waardeloosheid zouden kunnen veroorzaken, zich juist in de buitengewone waarde en kostbaarheid van de kunstwerken op aarde. Kijk bijvoorbeeld naar de talloze verbazingwekkende kunstwerken, zoals de verschillende soorten moerbeien. Zij vormen de zoetigheden op de tafel van de aarde, die wordt bedekt met Zijn macht en barmhartigheid. Aanschouw de volmaakte barmhartigheid die zich openbaart in de schoonheid en perfectie van het kunstwerk.

 

Zo zien wij op aarde dat alle schepselen een buitengewone waarde hebben, maar toch met grenzeloze voordeligheid aan ons worden aangeboden. Hoewel ze vermengd zijn, worden ze op volmaakte wijze van elkaar onderscheiden. Tegelijkertijd bevinden ze zich op grote afstand van elkaar, maar lijken ze toch op elkaar en dienen ze elkaars gelijkenis. Hoewel ze op een eenvoudige manier worden geschapen, worden ze met uiterste zorg en verfijning tot stand gebracht. Hoewel ze met ongekende snelheid worden gemaakt, verschijnen ze in volmaakte orde, zonder enige vorm van verspilling. Hoewel ze in enorme overvloed tot het bestaan worden geroepen, bezitten ze een ongeëvenaarde schoonheid. En terwijl er een grenzeloze vrijgevigheid zichtbaar is, gaat deze vrijgevigheid gepaard met een absolute orde.

 

Dit alles wijst, net zoals het daglicht de zon toont, op het noodzakelijke bestaan en de eenheid van Qadīr-i zul-Djelāl, Hakīm-i zul-Kemāl en Rahīm-i zul-Djemāl. Het getuigt van de volmaaktheid van Zijn macht en de schoonheid van Zijn heerschappij, en onthult het geheim achter het vers:  

لَهُ اْلاَسْمَاۤءُ الْحُسْنٰى

 

Nu dan, jij armzalige, onwetende en blinde ontkenner! Hoe kun je deze grote en overtuigende waarheid verklaren? Met wat kun je deze onvergelijkbare en wonderbaarlijke werkelijkheid uitleggen? Aan wie of wat kun je deze grenzeloos verbazingwekkende kunstwerken toeschrijven? Met welke sluier van achteloosheid kun je dit oneindig grote venster, dat zich uitstrekt over de hele aarde, bedekken en sluiten?

 

Waar is jouw toeval? Waar is die blinde natuur, jouw bewusteloze metgezel en steunpilaar waarop je in je dwaling vertrouwt? Is het niet honderd keer onmogelijk dat toeval zich met deze zaken bemoeit? En is het niet duizend keer onmogelijk dat ook maar één van de duizenden aspecten van deze wonderbaarlijke werken aan de natuur wordt toegeschreven? Of bezit de levenloze en machteloze natuur in elk ding onzichtbare machines en drukpersen, gelijk aan het aantal dingen dat uit dat ene ding voortkomt?