Ouderdom: Troostende Hopen

Tweede Graad van het Licht van HasbunAllāhu wa Niʿmal-Wakīl

 

Naast de grenzeloze machteloosheid die in mij aanwezig is, werd ik aangevallen door de listen en spionnen van de wereldgerichte mensen tijdens mijn ouderdom, eenzaamheid, verlatenheid en isolatie. Toen zei ik tegen mijn hart:

 

“Hele legers vallen één enkele zwakke, zieke man aan, wiens handen gebonden zijn. Is er voor mij dan geen enkel steunpunt?”

 

Hierop wendde ik mij tot het vers حَسْبُنَا اللّٰهُ وَنِعْمَ الْوَكٖيلُ .

 

Dit vers maakte mij duidelijk dat ik mij, door mijn iman, verbind met zo’n absoluut Almachtige Sultan, Die elk voorjaar op het aardoppervlak de volledige uitrusting van meer dan vierhonderdduizend soorten planten en dieren met volmaakte orde uitdeelt.

 

En bovendien verleent Hij alle levensonderhoud en voedselbehoeften van het geweldige leger van de levende wezens, en in het bijzonder die van de mens. Hij plaatst de essentie van alle voedingssoorten in zaden en pitten, extracten van de Barmhartige die in vergelijking met de door de moderne mens ontdekte concentraten zoals vleesextract of suikeressence honderdmaal volmaakter zijn. Vervolgens wikkelt Hij deze essenties in de goddelijke recepten van het lot, die hun rijping en ontplooiing bepalen, en legt ze ter bewaring neer in kleine kistjes.

 

De schepping uit die kleine kistjes gebeurt zó snel, zó gemakkelijk en in zulke grote aantallen – vanuit de ‘Kāf–Nūn’-fabriek die in het goddelijke bevel كُنْ (‘Wees!’) besloten ligt – dat de Koran zegt: ‘De Schepper beveelt, en het komt tot bestaan.’

 

Aangezien jij door je iman zo’n steunpunt kunt vinden, kun je steunen op een grenzeloze macht en kracht.

 

En naarmate ik deze les uit het vers ontving, vond ik zo’n geestelijke kracht dat ik, niet alleen tegenover mijn huidige vijanden, maar zelfs tegenover de hele wereld, een geloofskracht voelde waarmee ik haar zou kunnen trotseren. En met heel mijn wezen zei ik: حَسْبُنَا اللّٰهُ وَنِعْمَ الْوَكٖيلُ