Ouderdom: Troostende Hopen
Zestiende Hoop
Eens, toen ik op leeftijd was, kwam ik na het uitzitten van een jaar straf uit de gevangenis van Eskişehir. Zij verbanden mij naar Kastamonu en hielden mij twee à drie maanden als gast in het politiebureau. Het is wel te begrijpen hoe iemand zoals ik – een kluizenaar die zelfs het ontmoeten van zijn trouwe vrienden vermoeiend vindt en geen enkele verandering in zijn kleding kan verdragen – onder zulke omstandigheden lijdt.
Terwijl ik in deze wanhopige toestand verkeerde, kwam plotseling de goddelijke bijstand mij in mijn ouderdom te hulp. De commissaris en de politieagenten van dat bureau werden voor mij tot trouwe vrienden. Nooit hebben zij mij ertoe aangezet om de hoed op mijn hoofd te zetten; integendeel, alsof zij mijn bedienden waren, lieten zij mij telkens wanneer ik dat wenste de omgeving van de stad rondwandelen.
Daarna nam ik, tegenover dat politiebureau, mijn intrek in de Madrassa an-Nuriyya van Kastamonu en begon ik met het schrijven van de Risale-i Nur. De heldhaftige leerlingen van de Risale-i Nur, zoals Feyzi, Emin, Hilmi, Sadık, Nazif en Salahaddin, kwamen trouw naar die madrassa om de Risale-i Nur te vermenigvuldigen en te verspreiden. Zij lieten mij een nog schitterender vorm zien van de waardevolle wetenschappelijke gesprekken die ik in mijn jeugd met mijn vroegere studenten had gevoerd.
De details van deze Zestiende Hoop bestaan uit de brieven die ik vanuit Kastamonu heb gestuurd – opgenomen in het afzonderlijke boek De Brieven van Kastamonu – en uit de kleine brieven die ik in de gevangenis van Denizli in het geheim naar mijn broeders daar stuurde, evenals uit de Verhandeling van de Verdediging van Denizli. Zij laten de waarheid van deze Zestiende Hoop helder zien. Wij verwijzen de details naar die brieven en naar mijn verdediging, en zullen hier slechts zeer kort een aanwijzing geven.
Ik had de vertrouwelijke en belangrijke verhandelingen – met name die over de Soefyan en de karamāt van de Risale-i Nur – onder kolen en hout verborgen, in de hoop dat zij pas na mijn overlijden, of nadat de bestuurders de waarheid zouden horen en tot bezinning zouden komen, gepubliceerd zouden worden. Terwijl ik in die gerustheid verkeerde, vielen de rechercheurs en de plaatsvervangend officier van justitie plotseling mijn verblijf binnen. Zij haalden die vertrouwelijke en gewichtige verhandelingen van onder het hout vandaan en stuurden mij, terwijl mijn gezondheid verzwakt was, naar de gevangenis van Isparta.
Terwijl ik zeer gekweld was door de pijn en de grote schade die de Risale-i Nur had getroffen, snelde een goddelijke bijstand ons te hulp. Die verborgen en gewichtige verhandelingen – die de regering in feite dringend nodig had – begonnen zij met grote interesse en aandacht te lezen. Grote overheidsgebouwen veranderden bijna in Risale-i Nur-madrassa’s. Hoewel zij het aanvankelijk met de bedoeling tot kritiek lazen, begonnen zij het te waarderen. Bovendien lazen in Denizli, zonder dat wij daarvan op de hoogte waren, vele officiële en niet-officiële personen de gedrukte Het Grootste Teken en versterkten zij hun geloof. Zij deden onze gevangenisbeproeving bijna geheel vergeten.