Ouderdom: Troostende Hopen
Vijftiende Hoop
Eens, toen ik in Emirdağ verplicht was te verblijven, geheel alleen – bijna als in een isoleercel – en de zware observaties en onderdrukkingen mij kwelden als een ware marteling, werd ik het leven moe en betreurde ik zelfs dat ik uit de gevangenis was vrijgelaten.
Met heel mijn ziel verlangde ik opnieuw naar de gevangenis van Denizli en wenste zelfs het graf, terwijl ik zei: ‘De gevangenis en het graf zijn te verkiezen boven zo’n manier van leven.’ Juist toen ik op het punt stond te besluiten of ik naar de gevangenis of naar het graf moest gaan, kwam de goddelijke bijstand mij te hulp. De leerlingen van de Madrasa al-Zahrā, wier pennen tot dan toe als duplicatiemachines hadden gediend, kregen een nieuw uitgekomen duplicatiemachine in handen.
Plotseling werden van elk van de waardevolle verhandelingen van de Risale-i Nur, die met één pen waren geschreven, vijfhonderd exemplaren voortgebracht. Dankzij het begin van deze verspreiding werd dat zware leven mij lief, en ik zei: ‘Oneindige dank zij Allah.’
Een tijd later konden de verborgen vijanden van de Risale-i Nur de brede verspreiding ervan niet verdragen en hitsten zij de overheid tegen ons op. Opnieuw begon het leven zwaar voor mij te worden.
Opeens openbaarde zich de goddelijke hulp:
De ambtenaren die, vanwege hun functie, het meest behoefte hadden aan de Risale-i Nur, bestudeerden de in beslag genomen verhandelingen met grote belangstelling en aandacht. Maar de Risale-i Nur maakte hun harten tot haar bondgenoten. In plaats van te bekritiseren begonnen zij te waarderen. Hierdoor werd de leskring van de Risale-i Nur sterk uitgebreid; zij bracht honderdmaal meer voordeel dan onze materiële schade en liet onze zorgvolle spanningen verdwijnen.
Daarna richtten de hypocriete, verborgen vijanden de aandacht van de overheid op mijn persoon. Zij brachten mijn vroegere politieke leven opnieuw onder de aandacht en wekten argwaan jegens mij op bij de rechterlijke macht en de onderwijsautoriteiten, evenals bij de politie en het Ministerie van Binnenlandse Zaken.
Door partijstromingen en door de ophitsingen van anarchisten die onder de dekmantel van communisten opereerden, breidde die argwaan zich verder uit. Zij begonnen ons onder druk te zetten, te arresteren en de exemplaren van de Risale-i Nur die zij in handen kregen in beslag te nemen. De activiteiten van de studenten van de Risale-i Nur kwamen tot stilstand.
Met de bedoeling mijn persoon in diskrediet te brengen bedachten sommige ambtenaren beschuldigingen waaraan niemand ooit geloof zou hechten; zij probeerden zelfs de meest absurde lasterpraatjes te verspreiden. Maar niemand liet zich overtuigen.