Ouderdom: Troostende Hopen
Vierde Graad van het Licht van HasbunAllāhu wa Niʿmal-WakīlAllah is voor ons toereikend en Hij is de beste Beschermer.
Toen de aantastingen van ouderdom, eenzaamheid, ziekte en nederlagen mijn bestaan eens door elkaar schudden, kreeg ik – door mijn eigen achteloosheid – het gevoel dat mijn eigen bestaan, en dat van alle andere schepselen, op weg was naar niet-bestaan, wat mij diepe pijn bezorgde.
In die toestand wendde ik mij opnieuw tot het vers حَسْبُنَا اللّٰهُ وَنِعْمَ الْوَكٖيلُ Allah is voor ons toereikend en Hij is de beste Beschermer. – De Koran 3:173 . Het zei als het ware tegen mij:
“Let op mijn betekenis en kijk met de lens van de imanHet geloven in de zes pilaren van het geloof (het bestaan en de eenheid van Allah, de hemelse geschriften, de profeten, de engelen, het hiernamaals en de lotsbeschikking)..”
Ik keek, en met de lens van het geloof zag ik dat mijn kleine bestaan – zoals ook het bestaan van elke gelovige – in werkelijkheid een spiegel is van oneindige bestaansvormen. Door een grenzeloze verbondenheid wordt het een middel om ontelbare vormen van bestaan te verwerven. Op het niveau van ‘ilm al-yaqīn begreep ik dat dit bestaan, juist door die verbondenheid, een middel wordt om talloze andere bestaansvormen te verkrijgen, en dat het een woord vol wijsheid is dat meerdere blijvende, eeuwige bestaansvruchten voortbrengt, die nog waardevoller zijn dan het eigen bestaan. Eén enkel ogenblik leven met die verbondenheid is dus waardevoller dan een eeuwigdurend bestaan.
Want door het bewustzijn dat uit de imanHet geloven in de zes pilaren van het geloof (het bestaan en de eenheid van Allah, de hemelse geschriften, de profeten, de engelen, het hiernamaals en de lotsbeschikking). voortkomt, begreep ik dat mijn bestaan een schepping, een kunstwerk is van de Noodzakelijk Bestaande, waarin de manifestaties van Zijn Namen zichtbaar worden. Hierdoor werd ik gered van wilde angsten, van talloze scheidingen en van de ontelbare kwellingen die uit die scheidingen voortkomen. En ik begreep dat ik – via talloze broederlijke banden die voortkomen uit de daden en Namen van Allah die betrekking hebben op de schepselen – verbonden ben met alle wezens, in het bijzonder met de levende wezens. Zo weet ik dat er in elke tijdelijke scheiding eigenlijk een blijvende hereniging ligt met alles wat ik liefheb.
Zo verkrijgt mijn bestaan – door de imanHet geloven in de zes pilaren van het geloof (het bestaan en de eenheid van Allah, de hemelse geschriften, de profeten, de engelen, het hiernamaals en de lotsbeschikking). en de verbondenheid die daaruit voortkomt – net als dat van iedere gelovige, de stralende lichtschijn van ontelbare bestaanstoestanden zonder scheiding. En zelfs wanneer mijn eigen bestaan verdwijnt, blijft alles waarmee het verbonden was achter, zodat het tevreden is alsof het zelf is blijven voortbestaan.
Kortom: de dood is geen scheiding, maar een hereniging; geen vernietiging, maar een verhuizing; niet het einde, maar het ontspruiten van een blijvende vrucht.